Oorlogs- en verzetsmuseum ‘Markt 12’ in Aalten
Markt 12 is het adres van het oorlogs- en verzetsmuseum in Aalten, Gelderland. Onder de titel ‘Meer snaren vormen een akkoord’ heeft het museum een aantal projecten ontwikkeld in het kader van ‘Raak de juiste snaar’, het voorlichtingsproject van VWS over de Tweede Wereldoorlog. Voormalig voorzitter van de drie Aaltense musea die zijn ondergebracht in Markt 12, de heer Hans de Graaf, is nog steeds betrokken bij het museum als educatief vrijwilliger. Bevlogen vertelt hij over het museum en de activiteiten die zij hebben ontplooid in het kader van ‘Raak de juiste snaar’.
‘Het subsidieprogramma ‘Raak de juiste snaar’ draait om educatie. Maar hoe breng je het verhaal van de oorlog over? Met feiten alleen dring je niet goed tot jongeren door, die gaan het ene oor in en het andere weer uit. Om ervoor te zorgen dat informatie blijft hangen, moet je aansluiting zoeken bij hun belevingswereld. Wij bieden een interactief programma, waarmee leerlingen zelf aan de slag kunnen. In ons museum vind je geen vitrines, maar een programma waarin het draait om de keuzes die mensen destijds gemaakt hebben en om wat de scholieren zelf in zo’n situatie zouden doen. Waarom gaat de een in het verzet en doet de ander het tegenovergestelde door zich aan te sluiten bij de NSB? Waarom helpt de een wel onderduikers en sluit de ander zijn ogen voor deze problemen? Waarom maken mensen bepaalde keuzes en voor wie doen ze dat?’
Vijf peilers
‘‘Meer snaren vormen een akkoord’ heeft vijf pijlers die elkaar aanvullen: educatieve programma’s, ouders, studiecentrum, expositie, Pabo. Onze zeven educatieve programma’s zijn gericht op kinderen vanaf 8 jaar, groep 5 van de basisschool, tot en met klas 6 van het Voortgezet Onderwijs. Bijzonder is dat we ons zowel op Nederlandse als op Duitse scholen richten en dat ons lesmateriaal in het Duits en in het Nederlands beschikbaar is. Scholieren kunnen hier verschillende projecten doen, afhankelijk van hun leeftijd, maar het draait allemaal om keuzes maken en bewustwording. Omdat een van de eisen voor subsidie was dat de resultaten van het project gemeten moesten worden, onderzoeken we bij binnenkomst van de scholieren en aan het eind van een lesprogramma wat zij weten van de oorlog. Gelukkig constateren we steeds een duidelijke toename van de kennis, maar helaas is moeilijk vast te stellen of die kennis ook doordruppelt in hun gedrag ten opzichte van tegenwoordige maatschappelijke problemen als discriminatie, vooroordelen en geweld. Tegelijkertijd moet je beseffen dat historische gebeurtenissen niet één op één zijn te vertalen naar gebeurtenissen van nu. Het belangrijkste is dat ze leren dat je keuzes moet maken, ontdekken waarom ze juist die keuze maken en welke gevolgen dat heeft. Dat hoort allemaal bij democratisch denken.
We proberen heel bewust om ouders te betrekken bij het museum. Enerzijds omdat we via ouders en ouderraden een ingang hebben bij scholen, maar ook omdat we ouders individueel willen wijzen op het belang van dit museum. In ons studiecentrum beschikken we over veel literatuur over de oorlog, een archief met onder andere veel regionale egodocumenten en audio-, video- en fotomateriaal die iedereen kan raadplegen voor studie.
Op 16 oktober 2009 heeft Ellen van der Waerden, hoofd van het programma ‘Erfgoed van de oorlog’ van het ministerie van VWS, de expositie ‘Grensgevallen. Vluchtelingen tussen 1933 en 1940.’ geopend. Deze tentoonstelling vertelt over mensen die voor de oorlog in Duitsland al in de knel zaten om politieke of religieuze redenen en naar Nederland wilden komen. In de jaren ’30 wilden veel vluchtelingen vanuit Duitsland via de grensstreek Nederland binnenkomen. Met de kennis van nu is het gemakkelijk om te zeggen wat mensen toen hadden moeten doen, maar op dat moment lagen de keuzes anders. Vanuit verschillende personen die verbeeld zijn in staande paspoorten houdt de tentoonstelling het vluchtelingenbeleid in het Nederland van toen tegen het licht. Wat deden we voor bijvoorbeeld Joden, socialisten en communisten: vingen we ze op in Nederland of lieten we ze bij de grens staan? Nederland kende een restrictief beleid, Duitsland was nog een bevriende natie, die we niet voor het hoofd wilden stoten, dus wat moest je doen? ‘Grensgevallen’ is een reizende tentoonstelling, die door Nederland en Duitsland toert. Onlangs was zij te zien in de Duitse universiteitsstad Münster.
De vijfde pijler van ons programma is de Pabo. Want hoe kunnen we ervoor zorgen dat via het onderwijs kinderen goed geïnformeerd worden? Daarvoor moeten we bij de basis, dus de toekomstige leerkrachten, beginnen. Ieder jaar hebben we ruimte voor tien studenten van de Pabo om af te studeren op het onderwijs over een onderwerp uit de Tweede Wereldoorlog. Er is onder andere een leskoffer gemaakt over de hongerwinter door een student, een ander heeft een van onze lesprogramma’s voor het voortgezet onderwijs geschikt gemaakt voor het basisonderwijs en een Pabo-student heeft een verhaal geschreven voor onze verhalenbundel ‘De oorlog onder één dak. Verhalen rond Markt 12 in Aalten’. In dit boek zijn veertig egodocumenten van verschillende categorieën personen opgenomen. Bij Markt 12 stond educatie altijd al centraal. ‘Raak de juiste snaar’ was voor ons echt een geschenk dat de financiële middelen verschafte om een nieuw educatief programma op te zetten. Het heeft ons museum vooral een kwalitatieve impuls gegeven.’
Een bijzonder huis
Tijdens een rondleiding door het museum geeft Hans de Graaf uitgebreid uitleg over het museum. ‘Markt 12 is een huis met een bijzondere geschiedenis, waarin veel facetten van de oorlog verenigd zijn. Het vertelt het verhaal van gewone mensen. Oorspronkelijk was het een gewoon huis, waar de familie Kempink woonde. Tijdens de oorlog werd de kelder zo ingericht dat de familie en buurtbewoners er tijdens bombardementen konden schuilen. Hier in de omgeving, het grensgebied van Duitsland en Nederland, waren nogal wat onbedoelde bombardementen van de geallieerden. Vliegtuigen die op de heen- of terugweg beschadigd waren verloren een bom of de bemanning wist niet precies waar de grens liep. Markt 12 was ook een doorgangshuis voor onderduikers. Op zolder verborg de familie Kempink Joodse mensen in afwachting van een definitieve onderduikplaats bij boeren in de omgeving. En in de loop van de oorlog vorderde de Duitse bezetter de voorkamer om te gebruiken als bureau voor de Ortskommandant.’
In het museum is het dagelijks leven tijdens de oorlogsperiode terug te zien, met de educatieve elementen op een bijzondere manier erin vervlochten. Bij binnenkomst in de woonkamer valt meteen op hoe inventief de educatiemiddelen verwerkt zijn in de inrichting. In stoelen in de voorkamer is geluidsapparatuur verwerkt en kun je luisteren naar verhalen. Aan de muur vertelt een fotocompilatie over ‘de vondeling’, de baby van de rabbijn uit Aalten die met zijn zwangere vrouw was ondergedoken. Na de geboorte werd de baby te vondeling gelegd en, zoals afgesproken, gevonden door het verzet en opgenomen in een Aaltens gezin tot aan de bevrijding. Jassen aan de kapstok in de hal vertegenwoordigen elk een persoon en via de geluidsapparatuur die erin verwerkt is, kun je het persoonlijke relaas van bijvoorbeeld een Joodse onderduiker en een verslaggever van een illegale krant horen. De kamer van de Ortskommandant bevindt zich aan de voorkant van het huis. Vanachter zijn bureau had hij precies zicht op een NSB-huis, iets verderop in de straat. Ook aan het portret van Hitler boven de schouw zit een verhaal vast. De Graaf vertelt: ‘Toen de Ortskommandant aan de kleine Jenny Kempink vroeg wat zij van het portret vond, was haar enige reactie het omdraaien van het portret, met het gezicht naar de muur.’
Op de zolder, waar de onderduikers verborgen zaten, kunnen kinderen in het gat kruipen waar onderduikers zich bij onraad verstopten en zelf ervaren hoe benauwd dat voelt. Hoeveel onderduikers in dit huis gezeten hebben is niet precies bekend. Op de zolder zijn ook de levensverhalen te beluisteren van twee inwoners van deze grensstreek die aan de wieg stonden van de Landelijke Onderduikorganisatie. ‘In de Achterhoek waren veel onderduikers; Aalten had zelfs tijdens de oorlog procentueel het hoogste aantal onderduikers in Nederland’, aldus de Graaf. ‘Heleen Kuipers-Rietberg uit Winterswijk, beter bekend als tante Riek, zorgde voor schuilplaatsen voor veel werkweigeraars en Joden. Samen met Ome Jan Wikkerink, een aannemer uit Aalten en leider van de plaatselijke verzetsorganisatie, en met dominee Slomp stond zij aan de wieg van de Landelijke Onderduikorganisatie (LO). Tante Riek werd echter gearresteerd en naar het vrouwenkamp Ravensbrück gedeporteerd. Uit de trein wist zij nog een laatste boodschap voor haar man en kinderen te gooien, geschreven op een wc-papiertje, dat ook in het museum te zien is. De andere koffers op zolder kunnen bezoekers vullen met hun persoonlijke verhaal over de oorlog.
Als straks in 2011 ‘Meer snaren vormen een akkoord’ is afgelopen, gaan we gewoon op de oude voet verder, maar kwalitatief beter, met onze interessante collectie en mooie exposities over onderbelichte thema’s.’
Interview: Saskia Oskam, SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak, December 2010
Andere verhalen over de oorlog
Wilt u nog meer verhalen over de oorlog lezen?