'Voor het eerst in de geschiedenis wordt er mét ons gesproken!'
In gesprek met Zoni Weisz over morele aanspraken van de Sinti en de Roma
1. Wat is uw achtergrond en welke betrokkenheid heeft u bij de tegoedendiscussie?
Ik ben Sinto, 63 jaar en van beroep ontwerper van bloemententoonstellingen. Ik ben misschien de enige in de familie, die gewend is aan dit soort grote onderhandelingen. Ik wilde graag op de achtergrond adviseren en daarom heb ik dat mogen doen. Eindelijk wordt er recht gedaan. Mensen weten vaak niet eens dat er van ons ook een miljoen zijn omgekomen.
2. Waarom is er niet eerder actie ondernomen?
We zijn altijd genegeerd. Wij zijn pas sinds 1980 georganiseerd in de Landelijke Sinti Organisatie. Voor het eerst wordt er mét ons gesproken en niet over ons. Wij kampen nog steeds met oude vooroordelen jegens onze mensen. Als je mooi kunt gitaarspelen bij het kampvuur is het prima. Maar waar het werkelijk om gaat is dat in die jaren na de oorlog er niemand was die zich ene barst van ons aantrok. Mijn neef Hannes Weiss heeft op een gegeven moment gezegd: 'Nu moeten we ons organiseren!' Hannes heeft ons als 15-jarige jongen door de oorlog heen gesleept. Hij werd door de Duitsers gegrepen. Ze hebben hem verschrikkelijk mishandeld, maar hij heeft nooit één woord gezegd.
3. Zijn er voldoende bewijzen van wat geroofd is?
Na de oorlog was het rampzalig voor ons. Alle woonwagens waren weg. Er was geen onderkomen voor mensen die terugkeerden. Wij kunnen claims niet onderbouwen met documenten, zo had bijvoorbeeld niemand een bankrekening. Mijn vader was vioolbouwer en bezat onder andere een Amati, dat wist de hele Sinti-gemeenschap. Een Amati is een heel bijzondere viool, die nu een vermogen waard zou zijn.
4. Bent u tevreden over de uitkomsten van het overleg?
Ja, ik durf daar ronduit ja op te zeggen, omdat er eindelijk naar ons is geluisterd. Er is altijd óver ons gesproken, nooit mét ons!
5. Was het de moeite waard?
Ja, ook al ben ik er zelf heel emotioneel bij betrokken geweest. Bij Sinti en Roma is de naoorlogse opvang heel slecht geweest. Mensen waren niet alleen materieel, maar ook geestelijk beroofd. Als we het hierover hebben moet ik altijd denken aan een man die ik heb gekend. Hij was helemaal apathisch geworden en wachtte iedere dag op het station op zijn familie. Mensen zijn er vaak niet meer overheen gekomen! Nog veel belangrijker dan het geld is het feit van de erkenning.
6. Hoe wordt het geld uitgekeerd?
We hadden de opdracht meegekregen uit een hele grote vergadering, waarin bijna alle families vertegenwoordigd waren, dat het geld besteed moest worden aan de mensen zelf. Het bedrag wordt voor een deel aan gemeenschappelijke projecten besteed, zoals een eigen documentatiecentrum.
7. Is het boek nu gesloten?
Iedereen zegt dat het boek nu gesloten is, maar het kan natuurlijk nooit dicht. De onrust is pas over als de laatste betaling is gedaan. We zullen er alles aan doen om dat zo rustig mogelijk te laten verlopen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Landelijke Sinti Organisatie (LSO) 049 937 12 12
Interview: Ellen Lock, SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak Juni 2000
Andere verhalen over de oorlog
Wilt u nog meer verhalen over de oorlog lezen?